Vervanging van wasraten (hoeveel en wanneer)
Door in het bijenvolk in contact te komen met pollen en propolis en door ophoping van poppencocons en larvale uitscheidingen, verandert de kleur van bijenwas geleidelijk aan van wit-geel naar donkerbruin-zwart. Het vernieuwen van oude bijenwas is daarom belangrijk, in de eerste plaats om gezondheidsredenen, maar ook om de volgende generatie bijen goed te doen ontwikkelen.
Parasieten en bacteriën kunnen zich ophopen in oude was. Aangezien de bijen meer dan 90% van hun leven in of op de raten doorbrengen, is de zuiverheid van hun raten uitermate belangrijk voor hun overleving. Daarbij komt dat het gewicht en de afmeting van de bijen verlaagt met het verouderen van de was. Een raam dat een volledig seizoen in het broednest gezeten heeft, heeft 13-15 generaties bijen voortgebracht.
Het ganse jaar door kan je was verzamelen. Je haalt wasramen weg van jouw bijen wanneer je oude wasramen verwijdert tijdens een inspectie (bv. voorjaarsinspectie, bij het inwinteren of na het toepassen van Renson-broedbeperking), na het opsluiten van de koningin in een (arrestraam)kooi en wanneer je oudere honingraten na het slingeren niet meer aan de bijen teruggeeft. Als je inwintert op 2 rompen kun je in het vroege voorjaar soms wel de hele onderste romp wegnemen en de benodigde ramen vervangen, als de grootte van de kolonie en het broednest dit toelaten. Zo dien je jaarlijks minstens de 25 à 30% donkerste wasramen weg te nemen. Ook beschimmelde wasramen smelt je beter om. Raat kan gaan schimmelen tijdens opslag in suboptimale (vochtige) omstandigheden in de winter of doordat het raam in een bijenkast niet door de bijen gebruikt wordt, doordat het volk te groot zit, wat voornamelijk kan gebeuren in de winter.
Je kunt de nieuwe waswafels aanbieden wanneer je een tweede broedbak of een honingzolder plaatst of door vervanging van donkere ramen uit de broedbak. Voeg nieuwe ramen in de broedbak toe in het midden van het broednest als het broednest in een groeifase zit (linkerfoto). Als je veel ramen in een keer toevoegt of de kolonie niet goed aan het groeien is, voeg je best (ook) ramen toe tussen het broednest en voederramen (rechterfoto). Zo komen de oudere, donkere ramen geleidelijk aan aan de zijkant te zitten. Deze ramen kun je bijvoorbeeld bij het inkrimpen van het nest vóór de winter of tijdens de voorjaarsinspectie wegnemen. Als je ramen vernieuwt in het najaar, voeg je best al opgewerkte raten toe, aangezien de bijen niet meer de tijd zouden kunnen hebben om waswafels voledig uit te bouwen voor de intrede van de winter.
Een andere manier om aan wasvernieuwing te doen, is door het maken van een kunstzwerm op 100% verse waswafels. Het achterblijvende broed laat je uitlopen en wordt nadien bij de kunstzwerm geschud.
Referentie:
Belgische was blijkt zelden nog vrij te zijn van pesticiden. Indien je vroeger amitraz, coumafos, flumethrine of tau-fluvalinaat gebruikte (of ondanks het verbod nog gebruikt) teggen Varroa, blijven deze vetoplosbare schadelijke stoffen nog in jouw was zitten bij het recycleren. Zelfs was die je vroeger uit de handel kocht, kan deze schadelijke stoffen (en vervalste was) bevatten. Deze was haal je dus beter weg uit jouw kringloop. Oxaalzuur, thymol en mierenzuur vormen geen probleem, want deze middelen zijn biologisch afbreekbaar.
Naast de acariciden die de imker zelf gebruikt, zorgen de pesticiden die op de landbouwgewassen rondom de bijenkast worden gesproeid ook voor wasvervuiling. De bijen slaan het gecontamineerde stuifmeel en nectar op in de kast, wat een aanwezigheid van deze pesticiden in de was met zich meebrengt. De concentratie van deze pesticiden blijkt een aantal keer hoger te zijn in het broednest dan in de honingzolder, waardoor het aangewezen is bijenwas uit het broednest niet in de waskringloop te brengen, als je bijen zich bijvoorbeeld dichtbij intensieve, conventionele landbouw bevinden. Deze was kun je nog gebruiken (of verkopen) voor in schoonmaakproducten of artisanaat, maar niet voor kaarsen of schoonheidsproducten om jezelf of anderen geen schade te berokkenen. Ook al blijft de concentratie van deze landbouwpesticiden zowel in het broednest als in de honingzolder toch nog onder de drempelwaarde die toxisch is voor de bijen, kunnen synergistische effecten van verschillende pesticiden op de gezondheid van de bijen niet uitgesloten worden. Meer nog, een enkel pesticide kan mogelijks toch toxiciteit veroorzaken op lange termijn doordat honingbijen hun ganse leven in nauw contact leven met de was. Wasmonsters afkomstig van een zwerm en van kolonies die geen of zeer weinig bijenwas hadden bij de opstart ervan, vertonen geen of zeer weinig pesticidenresidu’s. Een gesloten waskringloop en de hiermee gepaarde bewustwording van mogelijks vervuilende stoffen in dit kostbare natuurproduct zijn één van de vele stappen naar gezondere en meer vitale bijenvolken.