Varroabesmetting inschatten tijdens het bijenteeltseizoen
Foretische mijten of mijten gevallen op de varroabodem tellen.
De varroabesmetting wordt best op minimum 3 momenten van het jaar ingeschat, nl. in het vroege voorjaar, na de honingflow en in het najaar. Wanneer de volken broedloos zijn in de winter, wordt best nog een 4de inschatting gemaakt. Deze metingen zijn belangrijk om hierop je behandelingsstrategie te baseren. Want zomaar alle volken telkens behandelen, is nefast voor onze bijenvolken. Zo geven we de bijen geen kans om met de mijten om te gaan en resistentie op te bouwen (van Alphen en Fernhout, 2020). Als je consistent varroabesmettingen op ieder volk meet, zul je ook merken welke volken er minder last van hebben. Met deze gegevens kun je dan rekening houden in jouw koninginnenteelt om geleidelijk aan door selectie resistentie op te bouwen. Je vervangt best de koninginnen van de minst resistente volken door een nieuwe, hopelijk resistentere koningin, afkomstig uit een volk met consistent minder varroalast (cfr. “Het vervangen van koninginnen in geval van hoge mijteninfectie of slecht hygiënisch gedrag“) (Büchler et al., 2010).
Als het volk broedloos is, zullen alle mijten op de bijen zitten. Dit betekent dat de varroalast kan gemeten worden door een poedersuiker- of alcoholwas- of zeepwasmethode toe te passen. Van zodra er broed in het volk is, geeft deze telling geen echt representatief beeld van de mijtenpopulatie.
Belangrijk is geregeld metingen uit te voeren en hierbij de methode af te stemmen op de periode in het bijenseizoen.
Foretische mijten (mijten op bijen) tellen
Poedersuikermethode:
Weeg een monsterpotje zonder bijen. Vang 30 g bijen van de honingzolder of van het raam naast het broednest. Doe dit door een raam met bijen af te kloppen boven een plastic folie tot er ongeveer 300 jonge werksterbijen op de folie liggen. Vouw de folie dubbel en laat de bijen in het monsterpotje glijden. Je kan ook het raam afkloppen boven een emmer en vervolgens met het monsterpotje bijen scheppen. Weeg het potje met bijen en trek hiervan het gewicht van het potje af.Een vol monsterpotje met bijen komt ongeveer overeen met 30 gram bijen. Als dit niet zo is, kan je een markering aanbrengen op het potje gevuld met 30g bijen, opdat je de volgende keer die markering kunt gebruiken en niet meer hoeft te wegen. Er bestaan ook commerciële potten met ingebouwde zeef om de poedersuikermethode uit te voeren (zie video imkersbond Deinze).
Breng de bijen over van het monsterpotje naar de pot om te schudden en plaats het deksel met gaas erop. Zet de pot met het gaas bovenaan en voeg 2 eetlepels poedersuiker toe en schud de pot zachtjes om de suiker volledig onder de bijen te mengen. Laat de pot 3 minuten staan met het gaas bovenaan en schud af en toe zachtjes zodat de bijen goed bepoederd zijn.
Indien de pot bovenop het gaas ook een echt deksel heeft: keer de pot om en schud ongeveer 1 minuut krachtig op en neer, zodat de suiker en de mijten loskomen van de bijen en door de gaasdraad heen vallen. Indien de pot geen echt deksel heeft: doe hetzelfde, maar houd het gaas aan de bovenkant tijdens het schudden.
Schud daarna de poedersuiker doorheen het gaas op de fijnste honingzeef opdat alleen de mijten achterblijven (schud eventueel ook met de honingzeef om alle poedersuiker er door te laten vallen). Een alternatief is de poedersuiker met mijten uit te gieten op een diep wit bord of kom en de poedersuiker op te lossen met water, waardoor de mijten gemakkelijk te tellen zijn. Geef de bepoederde bijen aan de kolonie terug.
Breng de mijten op een licht oppervlak zodat je het aantal makkelijk kan tellen. 1 mijt per 100 bijen in de zomer en 3 mijten per 100 bijen in de herfst kunnen goede drempelwaardes zijn om te beslissen of een volk behandeld moet worden (Bieneninstitut Kirchhain, 2011). Het exacte getal verschilt echter per bron en hangt af van persoonlijke voorkeuren en of er al dan niet broed is. Als er broed is, betekent het dat er veel varroamijten in het broed zitten als men zelfs maar één varroamijt per 100 bijen telt in de poedersuikermethode.
Alcohol- of zeepwasmethode:
Hierbij wordt in plaats van poedersuiker, alcohol of zeepoplossing aan de bijen toegevoegd. Door de bijen goed af te spoelen op een zeef, kan je de mijten van de bijen scheiden en tellen. Bij deze methode sterven de bijen echter wel
Mijten op de varroabodem tellen
Het meest populair als monitoring van de mijten in het volk, is de mijten tellen op de varroabodem. Het is belangrijk hierbij voorzichtig te zijn met interpretatie. Want ook hier verstoppen veel mijten zich in het broed, waardoor deze monitoring meestal een onderschatting is van het echte aantal mijten in het volk. Breng een varroaschuif of een wit blad papier aan op de bodem van de kast onder het rooster.
Idealiter wordt de varroabodem gedurende 7 dagen dagelijks gecontroleerd op mijten. Door wind, mieren en dergelijke kunnen mogelijks gevallen mijten van de plank verdwenen zijn wat een onderschatting zou betekenen van de telling. 5 mijten per dag in de zomer en 1 mijt per dag in de herfst (nabehandeling) kunnen als drempelwaardes dienen om een behandeling te beginnen (Pohl, 2009). In het najaar verwacht men minder gevallen mijten te tellen, aangezien men misschien in de zomer al behandeld heeft en er minder broed en bijen zijn, wat wel nog altijd kan betekenen dat er meer mijten per 100 bijen zijn! Opnieuw zijn deze waardes slechts indicatief en worden in verschillende bronnen verschillende drempelwaardes aangeraad .
Na een chemische behandeling wordt de mijtenval best gedurende 7 dagen opgevolgd. Hierbij kan nagegaan worden hoe effectief de behandeling is geweest.
Referentie:
Pohl, F., 2009. Bijenhouden, hoe doe je dat?, Trion Natuur, Baarn, Nederland, 124p.
Imkersbond Deinze vzw – De poedersuikermethode (youtube.com)
Alle kolonies van een bepaalde teststand dienen op dezelfde dag geïnspecteerd te worden.
Bij de poedersuikermethode dient echt krachtig op en neer geschud te worden om alle mijten los te krijgen.