Interne kastinspectie

Best practice
belgium
12
1
Interne kastinspectie


Ook al lijkt alles goed door naar de activiteit op de vliegplank te kijken, is de enige manier om dit met zekerheid te bevestigen een kastinspectie.

kastbeitel
beroker (of watervernevelaar)
beschermkledij
veger (bijenborstel)
ratenbakje of ramenhanger
eventueel vochtige doeken
koninginneclip of -kooitje (handig om altijd bij te hebben)

Een kastinspectie voer je uit voor verschillende redenen:

1. Verzekeren dat de koningin goed aan de leg is door naar eitjes te zoeken

2. Verzekeren dat het goed gaat met de andere broedstadia (larven en poppen) en dat het broedpatroon uniform is

3. Nakijken of er genoeg voedsel aanwezig is, en of de bijen nectar aan het opslaan zijn in de honingzolders, indien deze al geplaatst staan

4. Controleren op plagen en ziektes (in het broed en op de bijen)

5. Nakijken van de algemene kasthygiëne

6. Zoeken naar koninginnencellen

7. Inschatting van de sterkte van het volk en de benodigde leefruimte

8. Beoordelen van het karakter van het volk

Het is belangrijk om rustig te zijn en te blijven vooraleer aan een inspectie te beginnen en op een behoedzame, geleidelijke manier te bewegen. Maak niet te veel lawaai. Onrust zal de bijen stresseren en mogelijks defensiever opstellen. Beperk de tijd die je spendeert aan een kastinspectie liefst tot 10 minuten en niet meer dan 20 minuten.

Afhankelijk van het type bijen waarmee je werkt, is het nodig om ze te beroken vooraleer aan de inspectie te beginnen. Bij zachtaardige bjien kan verneveling met water genoeg zijn of misschien is zelfs dat niet nodig. Let er wel op dat verneveling met water de bijen in het voorjaar te veel kan afkoelen. Indien je berookt, kun je als brandstof stro, twijgjes, tondelzwam of gedroogde kruiden, zoals lavendel, tijm en rozemarijn gebruiken. Voer de volgende stappen uit indien je berookt en ga analoog te werk indien je vernevelt met water.

Berook de bijen aan de ingang van de bijenkast en wacht even vooraleer ze bovenaan open te doen en sta niet pal voor de vliegopening (foto A). Bij het optillen van de dekplank (foto B) of een romp berook je ook weer in de opening die je maakt en wacht je even. In het geval van twee rompen helpt dit om de bijen naar de binnenkanten van de rompen te sturen, zodat je gerust de bovenste romp op het omgekeerd deksel kunt plaatsen zonder bijen te pletten. Als er al een honingzolder aanwezig is, is het echter beter niet (te veel) te beroken voordat de honingzolder verwijderd is, om de honing niet te vervuilen met rookpartikels.

Kijk goed op de binnenkant van de dekplank of de koningin er niet aanwezig is en leg deze in het omgekeerd geplaatste deksel (foto C). Na het afnemen van de dekplank of kamer, berook je over het gehele oppervlak, met een focus op de ramen waar je zal beginnen werken. Hou rekening met de windrichting, opdat de rook over de kast gaat en niet weg van de kast.

© Kamiar Torabi
© Kamiar Torabi
© Kamiar Torabi

Overweeg de ramen waar je momenteel niet aan werkt te bedekken met een vochtige doek of laat standaard een doorzichtig plastiek folie over de ramen (onder de dekplank) hangen dat je dan open plooit op de plaats waar je ramen uit wil halen. Zo houdt je de temperatuur in de bedekte delen van die romp stabieler. Het voordeel van een doorzichtige plastiek folie is dat je de bijen kunt observeren zonder ze te storen. Haal ramen voorzichtig uit de kamer om geen bijen te pletten en doe dit zonder haast. Gebruik een kastbeitel om de ramen los te werken en omhoog te tillen, voor je overneemt met een hand. De ramen en verschillende kamers kunnen vasthangen door propolis, aangebracht door de bijen. Begin met het tweede raam vanaf een van de twee zijkanten gerekend, waarschijnlijk een darrenraam. De koningin is hier waarschijnlijk niet aanwezig en je plet waarschijnlijk minder bijen dan wanneer je het eerste raam zou uitnemen dat dan mogelijk tegen de houten kastwand schuurt. Indien het eerste raam geen bijen bevat of een vulblok is, kun je dat raam toch als eerste uitnemen. Hang het eerst uitgenomen raam weg in een ratenbakje of ramenhanger, en controleer nu de andere ramen. Plaats dit raam niet gewoon op de grond om niet het risico te lopen op een Nosema-infectie of wie weet zelfs de koningin te verliezen. Door het eerst uitgenomen raam weg te zetten, creëer je meer manoeuvreerruimte in de kamer en kun je telkens een raam opschuiven om plaats te maken om een ander raam uit te nemen. Plaats ramen voorzichtig terug om geen (of zo weinig mogelijk) bijen te pletten, en zeker niet de koningin. Indien je als eerste het raam op positie 1 uitnam (leeg raam of vulblok), kun je het op het einde gewoon invoegen aan de overzijde van de kast waar een lege plaats is ontstaan na het telkens opschuiven van ieder gecontroleerd raam. Indien je eerst het raam op positie 2 uitnam, kun je op het einde alle ramen terugschuiven op hun oorspronkelijke positie en het raam dat je als eerste uitnam terugzetten. Als de bijen hun kopjes van tussen de ramen beginnen uit te steken, berook je opnieuw wat. Verwijder eventueel aanwezige wildbouw op de ramen of dekplank.

Zet een eventueel weggenomen honingzolder of broedkamer zachtjes neer op een omgekeerd deksel (foto D). Op deze manier verlaten de bijen (of wie weet de koningin) hun kolonie niet langs onder. Zet op het einde alle onderdelen terug zoals ze stonden, opnieuw op een rustige manier om geen bijen of de koningin te pletten (foto E). Je kunt de plaats waarop je het volgende kastonderdeel zult plaatsen eerst weer beroken indien nodig om de bijen er weg te houden en dus niet te pletten.

© Kamiar Torabi
© Kamiar Torabi
1

Verzekeren dat de koningin goed aan de leg is door naar eitjes te zoeken

© Leon Reinhold

Zoek in de middelste ramen van de broedbak(ken) naar kleine, witte streepjes in de cellen, net slazaadjes. dit zijn de eitjes. Hou hiervoor het raam in het zonlicht om goed de inhoud van de cellen te kunnen zien. De aanwezigheid van eitjes betekent dat de koningin aan de leg is. De koningin is waarschijnlijk ergens in de buurt van de eitjes. De koningin zelf vinden is echter geen vereiste voor een routine-inspectie. Indien je geen eitjes ziet, kan er iets mis zijn met de koningin, als zij zelfs nog leeft, of is er een ernstig probleem met het volk (ziekte, voedseltekort…).

2

Verzekeren dat het goed gaat met de andere broedstadia (larven en poppen) en dat het broedpatroon uniform is

Bekijk in de middelste ramen van de broedbak(ken) ook of je larven en poppen (verzegeld broed) ziet. Er moet broed in alle stadia zijn, om te vrijwaren dat er in de toekomst een goede balans van bijen van alle leeftijdscategorieën is die hun specifieke taken kunnen vervullen. Bekijk ook of de verschillende broedstadia zich ongeveer uniform in groepen bij elkaar bevinden, zonder al te veel lege cellen. Een slecht-leggende koningin of broedziekten kunnen de oorzaak zijn van veel lege cellen tussen het broed.

Larven in broedraam van verschillende leeftijden
© Kamiar Torabi
Redelijk goed uniform verzegeld broedraam (broed in popstadium)
© LEONIDAS CHARISTOS
3

Nakijken of er genoeg voedsel aanwezig is, en of de bijen nectar aan het opslaan zijn in de honingzolders, indien deze al geplaatst staan

Bijen slaan nectar op in lege cellen aan de randen van de broedbak(ken) of in de honingzolders. Wanneer je de cellen inkijkt, wordt dit duidelijk door de weerspiegeling van het zonlicht in de vloeistof. Hou het raat hiervoor wel tegen het zonlicht. Eens de nectar rijpe honing is geworden, verzegelen de bijen die met een laagje witte was. Stuifmeel wordt normaal gezien in de broedbak(ken) tussen het broed en de nectar opgeslagen. Dit kun je zien als celletjes met een gekleurde inhoud: het bijenbrood (stuifmeel met nectar en enzymen van de bijen). Voor meer info, zie “nazicht van de voedselvoorraad“.

Verzegeld honingraam
© LEONIDAS CHARISTOS
©Elisabeth Papenberg (UGraz), bijenbrood
© Kristina Gratzer
4

Controleren op plagen en ziektes (in het broed en op de bijen)

Tijdens het inspecteren van het broed, controleer je of er tekenen zijn van broedziekten. Bekijk in het algemeen of de bijen normaal gedrag vertonen en of je geen varroamijten of andere plagen en parasieten tegenkomt op de bijen of in de kast. Voor meer info, zie “Op bijenziektes controleren vóór het verplaatsen van kolonies naar een nieuwe locatie“.

5

Nakijken van de algemene kasthygiëne

© LEONIDAS CHARISTOS

Kijk na hoe het zit met de algemene hygiëne in de kast. Dit is vooral belangrijk bij nat weer en bij ouder materiaal. Zijn er tekenen van water of vocht in de kast, zoals schimmels? Zie je gaten in de rompen? Zijn er te kapotte ramen? Zit het raat wel goed vast? Zijn de bijen het raat aan het bouwen op de gewenste manier? Bij ouder kastmateriaal en zwakkere volken kan vocht voor problemen zorgen en zullen houten ramen rapper verslijten (of zelfs rotten). Soms kun je ook sporen (of lijkjes…) van ongedierte zoals muizen tegenkomen.

6

Zoeken naar koninginnencellen

Koninginnencellen (of moerdoppen) zullen verschijnen als de kolonie wil gaan zwermen in het voorjaar (zwermcel), als ze de huidige (ondeugende of oude) koningin wil vervangen (stille moerwisselingcellen) of als de koningin dood is (redcellen). Kenmerkend is de grootte van de cel en de opening naar beneden toe. Redcellen zijn over het algemeen wel iets kleiner en worden naar beneden toe uitgebouwd uit een normale horizontale cel. Indien de nieuwe koningin al in het popstadium zit, is de cel gesloten en krijgt het de typische dopvorm (een omgekeerde kegel). Het kan zijn dat de bijen een koninginnencel beginnen bouwen zonder de nood om de koningin te vervangen of te zwermen. In dat geval zullen de bijen de koningin niet aanzetten er een eitje te leggen en zal deze cel dus leeg blijven (een speeldop). In dit geval blijft de binnenkant dof van kleur. Deze speeldop kan later nog altijd in gebruik genomen worden, als de kolonie toch beslist te zwermen. Dan poetsen de bijen de speeldop binnenin tot ze glimt om de koningin erin te laten leggen. Ook kan je dan nieuwe, witte witte was waarnemen op de rand van de speeldop.

Uitgekomen zwermcel (of stille moerwisselcel)
© Kamiar Torabi
twee redcellen
© Kamiar Torabi
belegde speeldop (goed kijken om het eitje in de speeldop te zien)
© Kamiar Torabi

Indien je koninginnencellen ziet en het om zwermcellen gaat, kun je die cellen verwijderen en proberen verhinderen dat de kolonie wil zwermen (cfr. “Verruimen van de kast om kolonie meer plaats te geven” en “Toevoegen van honingzolders ter preventie van zwermen“). In de andere twee gevallen kun je de kolonie haar gang laten gaan of zelf een nieuwe koningin introduceren. Echter worden koninginnen uit redcellen minder goed geacht, omdat zij noodkoninginnen zijn, voortgebracht uit een eitje dat aanvankelijk niet voor een koningin bestemd was. Koninginnen als resultaat van een stille moerwissel worden daarentegen de beste koninginnen genoemd, aangezien zij gewild zijn door het volk.

7

Inschatting van de sterkte van het volk en de benodigde leefruimte

Indien het volk in totaal 40-80% van de ramen zo goed als volledig druk bevolkt, zit het goed qua ruimte. Vanaf dat het aan 80% geraakt, geef je het volk beter meer ruimte. Indien het volk sterk achteruit is gegaan -gebeurt voornamelijk in de winter- en aanzienlijk minder dan de helft van alle ramen bevolkt, zet je het best in een kleinere ruimte, om hen zo te helpen hun energie te concentreren op een kleiner volume (cfr. De benodigde ruimte voor een groeiende kolonie inschatten).

© Kamiar Torabi
8

Beoordelen van het karakter van het volk

De twee karaktertrekken waarmee rekening wordt gehouden zijn zachtaardigheid en raamvastheid. Hoe zachtaardiger de bijen, hoe minder ze op je afvliegen om je te steken ter verdediging en dus hoe minder rook en beschermkledij je nodig hebt. Hoe raamvaster de bijen, hoe beter ze op de ramen blijven zitten terwijl je ramen uithaalt ter inspectie. Deze eigenschappen hangen niet alleen af van de genetica van de koningin, maar ook van de toestand van het volk. Een volk dat onder druk staat (bv. door een voedseltekort, aankomend regenweer of een probleem met de koningin) kan steeklustiger en minder raamvast zijn dan normaal.

Referenties:

Honeybee Valley | Initatie tot het imkeren

Imkersbond Deinze vzw – Voorjaarscontrole – YouTube

Voorjaarsinspectie bijenvolken 1 (youtube.com) & Voorjaarsinspectie bijenvolken 2 (youtube.com)

E learning clip voorjaarsonderzoek (youtube.com)

Voorjaarsinspectie, vijf vragen die je stelt bij de inspectie van een bijenvolk (bijenclub.com)

Voorjaarscontrole zonder het bijenvolk te storen (bijenclub.com)

Moerdop (bijenclub.com)

Redcel – Imkerpedia

Speeldopjes (bijenclub.com)

Beekeeping | Can Inspecting Your Bees Too Often Be Bad For Your Bees? (youtube.com)

Beekeeping Inspection | 5 Wrong Ways To Inspect Your Hive (youtube.com)

Beekeeping Honey Bee Hive Inspection: Tips for Keepers (youtube.com)

Does the description correspond to the practice applied in your country?
12
1