Blootstelling aan extreme vochtigheid en wind mijden
Zorg ervoor dat er op de bijenstand niet veel vochtigheid en wind aanwezig is.
Bij het kiezen van een locatie van een bijenstand dient er rekening gehouden te worden met de aanwezigheid van beschutting tegen de wind.
Indien er geen beschutting aanwezig is, kan je hier ook zelf voor zorgen door bijvoorbeeld een haag langs de bijenkasten aan te planten. Als de kasten op een dak staan, kan je ze best beschermen tegen wind, aangezien deze op hoogte feller kan zijn. Plaats je kasten ook best uit het zicht en op een plaats waar buren er geen last van hebben.
Probeer bij het kiezen van een locatie van de bijenstand een gebied te kiezen die niet per se een vochtige ondergrond heeft, maar wel voldoende waterbronnen heeft in de omgeving zoals poeltjes of vijvers. Zo hebben de bijen in de buurt van hun kasten een waterbron om te drinken, op warme dagen het volk koel te houden, om gekristalliseerde honing vloeibaar te maken en om de honing te verdunnen voor ze die aan de larven voeren.
Wanneer de bijenstand zich op een ondergrond bevindt dat kans heeft om tijdens het seizoen zeer vochtig te worden, dan worden de kasten best op een verhoog van ongeveer 20-30 cm geplaatst. Gebruik hiervoor materiaal die een lange levensduur heeft, zoals bijvoorbeeld beton of kunststof, maar geen hout. Deze verhoging zorgt er ook voor dat de bijen geen last hebben van optrekkende kou en vocht. Bovendien is dit voor de imker een prettige werkhoogte.
