Gesplitste volken en zwermen voorzien van adequaat voeder
Het is belangrijk om gesplitste volken en zwermen van voldoende voedsel te voorzien. Met een zorgvuldige planning en regelmatige controles kun je de gezondheid en stabiliteit van je kolonies garanderen en een duurzame groei bevorderen.
Gesplitste volken (kunstzwermen, broedafleggers en schudzwermen) en natuurzwermen hebben veel energie nodig om een goede uitbouw van raat en broedontwikkeling te garanderen. Deze moeten dus genoeg voedselramen meekrijgen en eventueel bijgevoederd worden (vooral nodig tijdens drachtpauzes). Vernauw ook de vliegopening om roverij te voorkomen.
Gesplitste volken
Bij het splitsen van een volk (koninginneaflegger, veger, broedaflegger en schudzwerm) zorg je ervoor dat je voor de zekerheid ook twee voedselramen meegeeft (~ één honingraam en één stuifmeelraam). Bij deze manieren van splitsen krijgt het gesplitste deel relatief minder haalbijen mee (tenzij je er zelf haalbijen aan toevoegt en nieuwe volkjes minstens 3 km verwijdert van de oorspronkelijke locatie opdat deze niet kunnen terugvliegen). Deze nieuwe volkje zullen minder nectar kunnen binnenhalen. Ook al geef je deze volkjes voedselramen mee, moet je hun beschikbaar voedsel toch in het oog houden, vooral tijdens drachtpauzes. Voer indien nodig bij. Indien een volkje zelf niet voor genoeg nieuwe reserves zorgt en zich daardoor niet goed kan uitbouwen, kun je een paar extra voedselramen uit een andere, gezonde (!) kast geven of voederen met suikersiroop (verhouding: 1kg suiker per L water) totdat het volk zich mooi heeft kunnen uitbouwen.
Bij het maken van een vlieger, moet je je normaal gezien minder zorgen maken over de voedselvoorraad, aangezien deze het merendeel van de vliegbijen bevat en je dit type splitsing normaal gezien tijdens een dracht uitvoert om die haalbijen veel nectar te laten binnenhalen.
Zwermen
Indien je een zwerm vangt, is het belangrijk om minstens drie dagen te wachten vooraleer je eten geeft. De bijen van de zwerm hebben namelijk zelf nog een honingreserve in hun honingmaag. Als je meteen voedert, riskeer je dat de zwerm meteen weer vertrekt, met het opgegeten voedsel. De haalbijen uit een zwerm kunnen trouwens zelf heel wat nectar binnenhalen als er een dracht aan de gang is. Indien deze haalbijen niet genoeg voedsel binnenhalen doordat er geen goede dracht is, kun je de recent gehuisveste zwerm een paar voedselramen uit een andere, gezonde (!) kast geven of voederen met suikersiroop (verhouding: 1kg suiker per L water) totdat het volk zich mooi heeft kunnen uitbouwen. Een voorzwerm bouwt zich normaal gezien sneller op, aangezien deze een oude koningin heeft die direct kan beginnen leggen (controleer dit na een week). Een nazwerm heeft een maagdelijke koningin mee die nog bevrucht moet worden: vermijd daarom overdag de kast te voederen (tenzij je zeker bent dat een koningin aan de leg is), want je zou de jonge koningin op haar bruidsvlucht kunnen storen. Voeder liever ‘s avonds (Joustra, 1934). Zorg er ook voor dat het uitzicht van de kast niet verandert, zodat de koningin haar kast kan terugvinden, moest ze juist op bruidsvlucht zijn.
Geef ook wat voeder aan een volk waar een zwerm uit is vertrokken, moest dat volk weinig voorraad hebben (minder dan 4kg oftewel twee simplexramen nectar of honing).
Referenties
Joustra, J. A. (1934). Het bijenboek. F.J.S. Van Der Peijl – Hansweert, Nederland. 504p.
Pohl, F. (2008). Bijenhouden: Hoe doe je dat? Tirion Natuur, Baarn, Nederland. 124p.
EEN RAAMPJE WORDT EEN VOLK – konVIB
Het huisvesten van een zwerm – Imkerpedia
