Het risico op roverij verminderen

Exchange
belgium
Het risico op roverij verminderen


Roverij doet zich voor wanneer de zomerdracht voorbij is of tijdens een drachtpauze, dus wanneer nectar schaars is. Wanneer er wel nectar aanwezig is in de natuur, verkiezen bijen die normaal gezien boven opgeslagen honing.

De beste voorzorgsmaatregel is voor sterke, gezonde kolonies met een goede koningin zorgen, die hun kast zelf kunnen verdedigen. Een zwakke kolonie kan binnen enkele uren van al haar honing beroofd worden. Het is belangrijk om roverij te voorkomen, want behalve het verlies aan voedsel waar de beroofde kolonie mee te maken krijgt, kunnen ziektes zich gemakkelijk verspreiden tussen de rovers en beroofden. Aangezien zieke kolonies, zoals kolonies met een zware varroainfectie, zwak worden, hebben deze meer risico beroofd te worden en dus zo de ziekte aan de roverskolonie over te dragen (Peck & Seeley, 2019). Zulke kolonies die op instorten staan, worden dus best verdelgd (zie ook “Elimineren van te zieke kolonies om hun reproductie te verhinderen – B-THENET“).

De beste directe maatregel die een imker kan nemen om het risico op roverij te verminderen is het verkleinen van de vliegopening wanneer er geen dracht is, zodanig dat er een kleine opstopping ontstaat tijdens vliegweer. Het is aangetoond dat roverbijen in dit geval niet proberen binnen te dringen in de kast (Free, 1955). Wachterbijen hebben dan namelijk de kans om elke binnenkomende bij te onderzoeken op een beperkte oppervlakte. Deze wachterbijen herkennen ook het typische zigzaggende vlieggedrag van roverbijen die voor de vliegopening heen en weer vliegen op zoek naar een gaatje om de kast te knnen binnendringen.

Andere voorzorgsmaatregelen die je kan nemen zijn de volgende (Willingham et al., 2015):

– Niet te veel kolonies plaatsen op een stand. Dit zorgt voor meer competitie en veel kolonies dicht bij elkaar maakt roven gemakkelijker voor de sterkste (Rittschof & Nieh, 2021).

– Niet onnodig kasten openen wanneer er geen dracht is. Het openen van kasten kan namelijk honingaroma’s verspreiden wat bijen kan aantrekken. Open alleszins geen twee kasten tegelijk.

– Als je kasten toch opent, bijvoorbeeld om te voederen, doe je dit liefst zo dicht mogelijk tegen de avond. Zo hebben de bijen niet veel tijd meer om te vliegen.

– Als je toch kasten opendoet, bedek dan zo veel mogelijk de afgenomen honingzolders en rompen langs de onderkant en bovenkant, door ze bv. op omgedraaide deksels te leggen en te bedekken met planken of doeken. Ook het stuk van de kast waarin je met de inspectie bezig bent, kun je bedekken op het gedeelte waar je op dat moment geen ramen aan het uithalen bent.

– Controleer ook of je gebruikte voedertoestellen geen lekken vertonen (Pohl, 2008) en voeder bij voorkeur langs de bovenkant van de kast.

– Probeer geen honing of siroop te morsen. Als je toch morst, kuis dit dan zo snel mogelijk op.

– Je kasten in een gebied met een rijke dracht doorheen heel het bijenseizoen.

– Neem honing die een kolonie niet kan verdedigen weg.

– Hou volken ongeveer even sterk door bijvoorbeeld kleine (gezonde) volken te verenigen. Eventueel kun je kleine volken ook naar een andere bijenstand verplaatsen.

– Geen raten of dergelijke laten rondslingeren.

– Zorg ervoor dat je spleten of gaten in de bijenkast waar bijen zouden doorkunnen of honing ruiken afdicht door de kastonderdelen weer goed te zetten of ze te bedekken of op te vullen (met tape of een stukje moes bv.).

In de VS is het gebruik van zogenaamde robbing screens (“gaastunnels”) voor de vliegopening courant. Deze blokkeren de directe toegang tot de kolonie, waarbij bijen enkel via een omweg naar binnen kunnen. Rovende bijen zouden hierdoor niet weten hoe een kast binnen te dringen terwijl vliegbijen uit de kast zelf na een tijdje de weg wel zouden terugvinden uit gewoonte. Deze robbing screens verhogen echter het vervliegen van jonge vliegbijen naar andere kolonies (tot wel 25% van de jonge vliegbijen), omdat zij op hun eerste vluchten soms ook niet de weg kunnen terugvinden (Randy Oliver, American Bee Journal november 2024). Bij kolonies op normale sterkte neemt roverij normaal gezien toch geen grote proporties aan en het verkleinen van de vliegopening om het werk van wachterbijen gemakkelijker te maken lijkt een betere en eenvoudigere oplossing.

Referenties:

honingbij, verdediging tegen roverij

Free, J.B. (1955). The behaviour of robber honeybees. Behaviour, 7(1), 233-239. https://doi.org/10.1163/156853955X00085

Oliver, R. (2024). Can Robbing Screens Reduce Mite Migration, Part 5. American Bee Journal, 164(11): 1217-1222.

Peck, D. T., Seeley, T. D. Mite bombs or robber lures? The roles of drifting and robbing in Varroa destructor transmission from collapsing honey bee colonies to their neighbors. PlosOne, 14(6): e0218392. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0218392

Pohl, F. (2008). Bijenhouden: Hoe doe je dat? Tirion Natuur, Baarn (Nederland). 124p.

Rittschof, C.C. en Nieh, J.C. (2021). Honey robbing: could human changes to the environment transform a rare foraging tactic into a maladaptive behavior? Current Opinion in Inset Science, 45: 84-90. https://doi.org/10.1016/j.cois.2021.02.005.

Willingham, R., Klopchin, J., Ellis, J. (2015). Robbing Behavior in Honey Bees. EDIS, 3. View of Robbing Behavior in Honey Bees | EDIS

ROVERIJ – konVIB

Roverij – Imkerpedia

ROVERS EN BEROOFDEN – konVIB

Beekeeping ALERT: Fall Inspections Can Cause Robbing!

Does the description correspond to the practice applied in your country?
1
0